Blog

Telegeneeskunde en e-health: naar een digitalisering van de zorg?

Sinds enkele maanden krijgen de gezondheidstechnologieën, goedgekeurd door de Belgische federale regering, een plaats in de relatie tussen artsen en hun patiënten. De coronacrisis, en vooral de lockdown, hebben dit proces ongetwijfeld onherroepelijk versneld. 

 

E-health, een (r)evolutie in beweging

Eind 2019 voorzag het jaarlijkse akkoord tussen de ziekenfondsen en de artsen in de financiering van proefprojecten op het gebied van medische expertise op afstand of tele-expertise. Dat wil zeggen: projecten die zorgprofessionals in staat stellen om op afstand hun deskundige mening te geven over het medisch dossier van een patiënt. Een van deze projecten focust op het creëren van nauwere banden tussen huisartsen en dermatologen om melanoom, een huidkanker, beter te kunnen bestrijden.

Vanuit hetzelfde experimentele idee voorzag dat akkoord tussen artsen en ziekenfondsen ook in het ondersteunen van consultaties op afstand of teleconsultatie. Meerbepaald om patiënten in de oogheelkunde en oncologie te kunnen blijven opvolgen. 

 

Komt dat op de televisie?

Waarom spreken we over telegeneeskunde, tele-expertise of teleconsultatie? Het voorvoegsel ‘tele’ komt uit het Oudgrieks en betekent “van ver”, “vanop afstand”. Via de telefoon babbel je met elkaar van ver, vanop afstand. Op de televisie kijk je naar beelden die vanop afstand worden doorgegeven. Wanneer het gaat om medische praktijken die mogelijk gemaakt worden door communicatie (van)op afstand, spreken we dan ook over telegeneeskunde, tele-expertise, teleconsultaties.

 

Telegeneeskunde in tijden van corona en erna

Teleconsultaties zijn in maart 2020 in een stroomversnelling gekomen door de lockdown als gevolg van de coronapandemie. Er moest snel gehandeld worden om de continuïteit en de kwaliteit van de zorg te blijven garanderen. Het gebruik van klinische telegeneeskunde was in veel gevallen heel belangrijk.

Het Epicura-ziekenhuis of het universitair ziekenhuis Ambroise Paré in Bergen hebben bijvoorbeeld snel een procedure voor teleconsultatie opgezet. In de cardiologie, tandheelkunde, stomatologie, neurologie, maar ook voor consultaties van vroedvrouwen op afstand (prenataal, postnataal, borstvoeding, yogasessies).

Ook de slaapkliniek van het Chirec-ziekenhuis in Chareroi heeft het aantal consultaties vanop afstand verhoogd. Veel mensen werden al voor de crisis opgevolgd voor slaapstoornissen, maar lockdown, telewerken en economische werkloosheid hebben geleid tot nieuwe stresssituaties. 

Waarnemers wijzen er echter op dat deze noodsituatie ons niet mag doen vergeten dat het noodzakelijk is deze praktijken in juridisch, financieel en ethisch opzicht te kaderen en te structureren. Want e-health gaat niet alleen over technologie. Het is in de eerste plaats een gezondheidskwestie. Teleconsultatie en tele-expertise moeten ondersteunende middelen blijven en mogen geen doel op zich worden, noch een alternatieve oplossing. Technologische tools zijn belangrijk, maar de samenwerking tussen de verschillende gezondheidsactoren en het naleven van goede praktijken is waar het echt om draait.   

 

E-health en het Internet of Things

Telegeneeskunde betreft het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën in de gezondheidszorg. Het gaat dus om zogenaamde communicerende medische hulpmiddelen. Het concept e-health omvat echter ook, in een ruimere zin, het gebruik van technologieën op afstand voor welzijnsgerelateerde zaken. Op dat vlak roepen de toename en het gebruik van verbonden objecten voor persoonlijk gebruik op vlak van gezondheid (gezondheidapps) verschillende vragen op.  

Welke plaats moeten we ze geven? Welk vertrouwen? Zullen deze applicaties de missie van zorgprofessionals veranderen? Wat zijn hun risico's en voordelen? Is een relevant en beredeneerd gebruik mogelijk voor een echte dienstverlening aan patiënten?

Het staat buiten kijf dat ze interesse wekken en onze relatie met onze gezondheid nu al beïnvloeden. De e-health barometer van Partenamut (de Franstalige tegenhanger van Partena Ziekenfonds) toonde dat al aan in juli 2019: meer dan één Belg op 4 gebruikt een app om zijn gezondheid te meten, in het bijzonder de 18-34-jarigen (44%). Deze studie toont aan dat vandaag de dag 28% van de Belgen gebruik maakt van een zogenaamde “gezondheids”applicatie voor het meten van hun fysieke activiteit, slaap, gewicht, bloeddruk of voeding.

 

Niet te verwarren…

De overvloed aan tools, concepten en benamingen vraagt om wat verduidelijking qua terminologie!

De generieke termen "e-health" of "connected health" omvatten het gebruik van informatie- en telecommunicatietechnologieën op het gebied van klinische geneeskunde en welzijn. Dit kan tot enige verwarring leiden.

De term telegeneeskunde daarentegen verwijst uitsluitend naar medische hulpmiddelen die in de klinische geneeskunde worden gebruikt. Dus niet naar verbonden objecten voor persoonlijk gebruik op vlak van gezondheid (gezondheidsapps).

Klinische telegeneeskunde wordt gedefinieerd als het uitoefenen van geneeskunde op afstand met behulp van informatietechnologieën, en is wettelijk gereglementeerd. De praktijken van de telegeneeskunde omvatten volgende medische verrichtingen:

  • Teleconsultatie: een consultatie vanop afstand tussen een patiënt en een gezondheidsprofessional;
  • Tele-expertise: wanneer ten minste twee gezondheidsprofessionals vanop afstand hun deskundige mening geven over het medisch dossier van een patiënt;
  • Telemonitoring: wanneer een patiënt met een chronische ziekte thuis wordt gemonitord aan de hand van klinische en/of biologische indicatoren die door een gezondheidsprofessional worden gekozen.

Bron: T. Moulin, P. Simon, « E-santé – Objets connectés et télémédecine » in Correspondances en Onco-Hématologie - Vol. XI - n° 2 – maart - april 2016

 

De 5P-geneeskunde in het hart van de digitale evolutie

Gepersonaliseerd, Preventief, Voorspellend, Participerend, Bewezen. Dit is wat men in het Engels de “5P medicine” noemt (Personalized, Preventive, Participatory, Predictive, Proven). Telegeneeskunde zou deze 5P-geneeskunde van morgen wel eens kunnen vergemakkelijken. De belangrijkste doelstelling is het bevorderen van het bewustzijn en de participatie van de patiënt. Communicerende medische hulpmiddelen helpen bijvoorbeeld bij het monitoren van bepaalde chronische ziekten. Patiënten kunnen op afstand advies van hun arts of automatische waarschuwingen krijgen.

Telegeneeskunde speelt ook een belangrijke rol in de preventie. Door gemakkelijk en snel toegang te krijgen tot de gegevens van de patiënt, is de arts beter geïnformeerd. Indien nodig kan hij een behandeling aanpassen of de patiënt doorverwijzen naar een andere arts.

Dit zijn slechts voorbeelden. Al deze veranderingen gooien de relatie van de patiënt met zijn arts of ziekenhuis overhoop. De laatste studie Health ProspectING toont aan dat deze veranderingen het hele gezondheidszorgsysteem in België ten goede komen:

"Dit moet het mogelijk maken om innovatieve gezondheidsoplossingen aan te bieden aan een lagere kostprijs en aan een groter publiek met bijvoorbeeld immunotherapie (vermindering van het gebruik van chemotherapie en bestraling), zorg buiten de muren van het ziekenhuis (vermindering van het aantal bedden), augmented reality (vermindering van het aantal chirurgen, van pijn), etc.".

 

Apps die gevalideerd zijn als medisch hulpmiddel

Voor de gezondheidsautoriteiten kunnen nieuwe mobiele gezondheidsapplicaties alleen doeltreffend zijn in de praktijk als de applicaties gevalideerd zijn. Binnen deze context is het platform mHealthBELGIUM geboren. Het bevat een lijst van mobiele toepassingen die CE-gemarkeerd zijn als medisch hulpmiddel. Een garantie van kwaliteit en geldigheid voor artsen en voor het grote publiek.

Enkele van de gevalideerde applicaties zijn Heraeus Care, PACSonWEB, Noona (oncologie), SkinVision (controleren van huidplekken), Well@Home (opvolgen van patiënten bij hun thuis), maar ook Airview, moveUp en emeCare.

Een validatiepiramide werd opgezet om mHealth in het Belgische zorgmodel te plaatsen. Het hoogste niveau is daarbij voorbehouden voor applicaties die een sociaal-economische meerwaarde hebben en die door het RIZIV worden gefinancierd, na een positief advies over hun aanvraag tot terugbetaling.

De FibriCheck app voor hartpatiënten, bijvoorbeeld, is gebaseerd op licht dat de snelheid van de bloedstroom en het hartritme via de pols meet. Het kan worden gebruikt voor de diagnose van aandoeningen zoals atriumfibrillatie. Met de moveUP app kunnen artsen, chirurgen, fysiotherapeuten en patiënten samenwerken om de postoperatieve revalidatie van de knie en de heup te versnellen.

Ontdek alle gevalideerde applicaties op mhealthbelgium.be. En op je smartphone of tablet kun je ook de DKV App installeren: zo kun je makkelijk je medische kosten versturen.